Zeldzame haaien en ondergrondse rivieren. - Reisverslag uit Malapascua Island, Filipijnen van Sanne Huijsman - WaarBenJij.nu Zeldzame haaien en ondergrondse rivieren. - Reisverslag uit Malapascua Island, Filipijnen van Sanne Huijsman - WaarBenJij.nu

Zeldzame haaien en ondergrondse rivieren.

Door: Sanne Huijsman

Blijf op de hoogte en volg Sanne

18 Februari 2015 | Filipijnen, Malapascua Island

Wanneer het om eilanden gaat heb ik absoluut een voorkeur: niet groter dan een paar kilometer, elektriciteit die er af en toe uit flikkert, een kleine (toeristen) bevolking, een paar leuke restaurants en barretjes (maar vooral het gebrek aan resorts), en een lange strook wit zand. Neem Koh Phi Phi en Tonsai in Thailand, of Perhentian Kecil in Maleisië als voorbeeld. Het zijn de eilanden waar misschien niet belachelijk veel te doen is behalve een of twee activiteiten, maar waar je gemakkelijk een weekje (of langer) kunt blijven. Er zijn weinig families, noch zal je er een horde toergroepen vinden, maar je vind er vooral backpackers. Binnen no-time ken je alle gezichten op het eiland, word je elke ochtend door de locals begroet en bevind je je iedere avond met je nieuwe reisvrienden in jullie stamcafé. Een thuis is er zo gevonden. En daarom vertrok ik naar Malapascua.

Nadat ik een beetje kriebelig was geworden op Boracay, had ik via via vernomen van Malapascua, wat klonk als mijn ideale eiland. Het plan was om direct van Tagbilaran door te reizen, via Cebu. Drie eilanden in een dag was dan misschien ook een iets te enthousiast idee, zeker als je mijn befaamde nauwlettendheid op de klok en de alom bekende Filipino time nagaat. De dag begon al goed toen ik eerst zelf de ferry naar Cebu-stad miste, doordat het ‘even’ twee uur kostte om een kaartje te kopen. Dat, terwijl er niet eens een rij stond. Van de haven van Cebu nam ik een taxi naar het noordelijke busstation en vervolgens een gezellige stampvolle bus – helaas zonder ramen, terwijl het stortregende… Zo’n 5 uur later kwam ik aan in het kleine gehuchtje Maya, maar doordat ik eerder die dag een latere ferry had moeten nemen, miste ik de laatste bangka naar Malapascua. So close, and yet so far – het zou namelijk minder dan een half uurtje varen zijn. Gelukkig was ik niet de enige gestrande reiziger in het verlaten dorp, en zo belandden we met zijn allen in het huis van de gastvrije Abba. We hadden in ieder geval dus een bed. De rest van de avond vermaakte we ons prima met wat biertjes, een paar gegrilde kippen van de straat, oh, en beviel onze gastvrouw van een zoontje!

De volgende ochtend werden we wakker met een perfect weertje, wat nog een hele tijd aan zou houden, en vertrokken we vol zin naar Malapascua. Zoals ik het vorige verslag al had beschreven, heb ik vorig jaar in Maleisië een nieuwe hobby opgedaan, namelijk scubaduiken! Ik was dan ook vastberaden om deze vakantie meer skills onder de knie te krijgen en mijn volgende duikbrevet te halen, wat de andere voornaamste reden was om dit eiland te bezoeken. Ik bleef er een kleine week, met een fantastische groep mensen, en had er super accommodatie (naast bungalows had het hotel ook dorms, en mochten we nog steeds gebruik maken van alle faciliteiten). Thresher Cove ligt in een rustige uithoek van het eiland; het kost een half uurtje lopen of een ritje per scooter, maar je krijgt er een super verblijf voor terug, inclusief zwembad en privéstrand. Daarnaast is het ho(s)tel tevens ook een duikshop, dus ideaal voor ons. Het dorpje zelf bevindt zich rondom Bounty Beach; een strand wat rechtstreeks uit je reisgids lijkt te komen, prachtig! Malapascua kent geen ATM, maar wel een lading restaurantjes, bars en vooral heel erg veel duikshops voor het kleine eiland. Wat het eiland op dit moment nog wel kent, zijn resten van de grote schade die de orkaan Yolanda (Haiyan) in november 2013 heeft aangericht. Door de kleine oppervlakte van het eiland en de goede samenwerking, is de bevolking er in geslaagd op merendeel op te kunnen ruimen, en is op dit moment zelfs de wederopbouw van start gegaan. Een groot aantal local heeft het eiland verlaten om tijdelijk werk in Cebu te zoeken, maar het gezicht van de bevolking die vrolijk het puin ruimt en zingend de boten repareert blijft hartverwarmend. Wanneer de locals mij vertellen dat er meer nodig is dan een orkaan om een Filipino lach van het gezicht te doen verdwijnen, geloof ik ze van harte. Filipino’s blijvend zonder meer het meest vreugdevolle volk dat ik ken.

Voor het 1 bij 3 kilometer kleine eilandje zijn tientallen duikshops behoorlijk veel, zou je zeggen. Dat klopt, maar ze zijn er niet voor niets! Malapascua is namelijk thuis aan de enorm zeldzame thresher shark. Bij aankomst in Malapascua had ik dan ook direct besloten dat dit de plek zou worden om mijn PADI Open Water Advanced te behalen. (Hoe de beginnerscursus ook al weer in elkaar zat kunnen jullie lezen in mijn verslag over o.a. de Perhentian eilanden, verslag nr. 15 van mijn tussenjaar). De Advanced cursus bestaat eigenlijk uit 5 onderdelen, de zogeheten Adventure Dives, waarvan er twee verplicht zijn en drie naar keuze. De verplichte duiken zijn de Deep Dive en Underwater Navigator, en voor de andere drie bestaat er een hele lijst aan Adventure Dives – zo koos ik bijvoorbeeld voor een nachtduik en een grotduik. Ook bij deze cursus komt weer een boek kijken en een aantal reviews die je moet maken, maar voor de Advanced hoef je geen theorie-examen af te leggen. Het gaat er bij deze cursus vooral om dat je je skills die je tijdens de beginnerscursus beter leert gebruiken, en onder andere omstandigheden. Het is een hartstikke leuke cursus, omdat je lekker veel in het water bent. Mijn eerste Adventure Dive was de Deep Dive, en laat dat nou net degene zijn waarbij ik een Thresher Shark mocht bewonderen. Een betere start kan haast niet! De reden dat een Deep Dive verplicht is, is dat je in plaats van tot 18 meter, met dit brevet tot 30 à 35 meter diepte mag duiken! Daar moet uiteraard eerst wel op getraind worden, want het ademt een stuk zwaarder en het is dus aan jou om te zorgen dat je niet binnen no-time door je zuurstof tank heen knalt. Ik leerde tijdens deze duik onder andere hoe je een duikcomputer gebruikt. Gelukkig zouden de meester duiken van deze reis zich rond de 30 meter plaats vinden, dus genoeg oefenmateriaal voor mij! Waar ik voorheen op 18 meter rond de 50 minuten kon duiken, lukte het aan het begin bij mijn diepere duiken maar voor een minuut of 35. Oefening baart kunst, en net als skiën moet je er ook weer even in komen natuurlijk, maar inmiddels zit ik rond de 55 minuten op 30 meter diepte. Dus het gaat de goeie kant op!

Anyways. Terug naar de haaien. The early bird catches the worm, dus vertrokken we om half 6 met de Bangka naar Monad Shoal. Het gaat om een soort richel op 25 à 30 meter diepte, aan de rand van een kloof. De haaien die normaliter rond de 100 meter diepte zwemmen, komen ’s ochtends naar dit gebied om… gewassen te worden! Echt? Ja. Door middel van een symbiotische relatie met een kleine vissoort, zwemmen de haaien langs een aantal ‘cleaning stations’. De visjes maken de haai van allen kanten schoon en ‘poetsen’ zelfs zijn tanden. Het dier kent de waarde van deze visjes en weet dus dat ze niet gegeten moeten worden. Ik heb zelf een thresher shark gezien, maar vond dit op zich al zo’n bijzondere ervaring als je nagaat hoe zeldzaam het dier is. Hij kan in ieder geval weer bij mijn lijstje van mooie momenten toegevoegd worden. Wat opmerkelijk is aan de thresher shark, is haar lichaam. De 5 à 6 meter lange haai hoort thuis onder de voshaaien en heeft een opmerkelijk lange staart van minstens een meter, en het uitsteeksel maakt een soort knik van een graad of 130. Wat de functie van deze staart is, is pas een jaar geleden ontdekt. Het dier kan de staart gebruiken om zich voor te bewegen, maar het heeft vooral de functie van een zweep. Ze gebruikt het niet vaak, vermoedelijk alleen in geval van nood of erge drang om een prooi te vangen, maar ze er dus haar prooi mee doodknuppelen. Er is nog weinig bekend over de haaiensoort en onderzoek loopt er nog volop naar. Daarom zijn onderzoekersteams van bijvoorbeeld National Geographic en Discovery Channel regelmatig op het eiland aanwezig. Ook aan recreatie duikers wordt gevraagd om hun foto’s van de haaien naar de onderzoekers op te sturen, zodat er een soort tracking systeem kan worden ontwikkeld om de haaien in kaart te brengen en een schatting te maken van hun hoeveelheid, want ook die informatie is over het bijzondere beest nog tot op heden onbekend. Spannend!

Rond een uur of 8 waren we weer terug aan land, was er wat tijd om te lunchen of een dutje te doen (duiken vraagt behoorlijk wat van je lichaam en na een volle dag ben je meestal uitgeteld), zodat we om een uur of 1 ’s middags weer aan boord konden. De bangka was trouwens ideaal, er was genoeg ruimte om te zitten of liggen, koffie en thee was aan boord en er was zelfs een wc’tje – al maakte al het gehannes met een natte wetsuit de zee een stuk aantrekkelijker om je behoefte te doen. Het plan voor de middag was om 2 duiken te doen rondom Gato Island, wat op een uurtje varen van Malapascua ligt. De eerste duik was bij het prachtige koraalrif rondom het eiland; het was zonnig, dus de kleuren kwamen mooi uit in het water. Hier realiseerde ik me dat ook binnen de tropen, de onderwaterwereld op elke plek er volledig anders uit ziet, wat mij dus weer extra aan moedigde om dit de rest van mijn vakantie te blijven doen. Er waren ontzettend veel gigantisch grote, blauwe zeesterren, met een soort zwarte spikes erop. Ook kwamen we een aantal cuttlefish (zeekatten) tegen en veel witpuntrifhaaien. Ik geloof dat ik op een begeven moment zelfs zes van deze witgevinde haaien onder een rots zag schuilen, een bijzonder gezicht. Ook waren er allerlei bijzondere soorten nudibranchia in allerlei soorten, kleuren en gekke vormen. Ook de oude bekenden als koraalduivels, clownsvisjes, papegaaivissen, koraalvlinders, etc. kwamen weer even om het hoekje kijken. Na de duik namen we even een pauze van 1,5 uur in het zonnetje. Dit is nodig in verband met de drukgroep waarin je bloed zich bevindt. Na verloop van tijd beland je lichaam in een steeds lagere drukgroep, waardoor je vervolgens weer bent toegestaan om je volle tijd in het water door te brengen. Eerder het water in gaan heeft dan ook geen zin, omdat je er dan na een paar minuten misschien wel weer uit kan. Een duik computer (of een kaart) meet dit en laat zien hoe lang je maximaal in het water kunt blijven. De reden dat men op deze drukgroepen wacht is om de vorming van stikstofbelletje in het bloed te voorkomen, oftewel caissonziekte. Tijdens de tweede duik bij Gato Island gingen we niet rondom het eiland, maar onder het eiland door! Op zo’n 25 meter diepte bevindt zich namelijk een grot, waardoor je van de ene kant van het eiland, naar de andere kunt zwemmen. De grot is volledig donker en tot het dak gevuld met water, wat de duik natuurlijk wel wat extra spanning en sensatie mee geeft. Dus met zaklampen in de hand trokken we het grottennetwerk door – echt ontzettend gaaf! Wie Sanne en haar onhandigheidjes kent, kan dan ook niet anders verwachten dan dat ze weer iets klungeligs deed onderwater. Al was het niet geheel mijn schuld. Ergens in het donker besloot mijn flipper ineens dat het misschien wel grappig was om los te klikken en van mijn voet af te glijden. Probeer maar eens je hoofd koel te houden als je je bedenkt dat dat ding weet ik veel hoe diep wel niet kan zinken. Gelukkig had ik hem zo te pakken en bleek de grootste struggle het ding weer aan te krijgen te zijn, dat terwijl ik als een malloot met mijn zaklamp heen en weer scheen en niet in de gaten had dan ik patsboem tegen de koraalmuur aan knalde. Interessant feitje van vandaag: koraal is scherp en kan zelfs dwars door je nagels heen snijden, dus mocht je jezelf nog eens castaway op een eiland bevinden, hier je alternatief voor een zakmes! Al met al moet het er behoorlijk amusant uit hebben gezien voor mijn mededuikers en had ik zelf ook de grootste moeite om mijn duikbril niet vol te laten lopen met water door het lachen. Verder zagen we nog een zeeslang voorbij komen en mochten we na lang zoeken drie Pygmy Seahorses bewonderen – met 13mm een van de kleinste zeepaardjes ter wereld. Ik ben er nog steeds niet over uit wat ik imposanter vindt: het diertje, of het feit dat de lokale divemaster deze speld in de hooiberg heeft kunnen vinden, wat een talent! Na afloop gingen we met de duikers van die dag en de rest van onze vrienden uit het hostel heerlijk uit eten, en werd de fantastische dag afgesloten in een van de duikbarren, met een mooi feestje, een lading dubieuze lokale shotjes, en onze alom bekende goeie Aziatische vriend: de Buckets. Beter kon haast niet! Per ‘toeval’ kwam ik zelfs nog een paar instructeurs en divemasters tegen die ik in Perhentian en/of Boracay had ontmoet, wat een klein wereldje!

Het voordeel dat ik als enige de cursus deed bij mijn instructeur Barry en dat ik alle ruimte en tijd had, is dat je niet aan een strak schema vast zit en op de dag zelf nog kan bepalen waar en hoe laat je wil duiken. Voor ons beiden en mijn andere duikvrienden gold dat het die ochtend maar beter was om aan land te blijven; iedereen liep nog aardig te schommelen, weliswaar niet van de zee. Wat er gebeurt als je met een kater alsnog gaat duiken kunnen jullie aan een van mijn vrienden vragen die het die ochtend toch aandurfde. En er ook direct weer spijt van had. Een geurig, kleurig verhaal. Het liet in ieder geval toe voor een heerlijk dagje strand en een lekkere lunch met seafood risotto. Want dat kunnen ze hier wel, het eten uit de zee is fantastisch en de krab die hier geserveerd wordt is echt ongelooflijk lekker. Nooit gedacht dat ik de lekkerste Italiaanse risotto in een klein gehucht op de Filipijnen zou vinden! ’s Avonds zat de energie er weer goed in, en konden we eindelijk iets wat hoog op mijn lijstje stond afstrepen, namelijk de nachtduik! De nachtduik is meestal niet diep in de nacht, maar aan het begin van de avond, omdat het beter is om het water in te gaan tijdens schemering. Het was een hele belevenis, er waren zoveel andere diersoorten aanwezig in het donker! Maar er was een ding in het speciaal waarvoor we kwamen, namelijk de paringsdans van de felle, regenbooggekleurde Mandarinfish. Deze vissen bevinden zich dicht bij het koraal en het is belangrijk dat zowel wij als de zaklampen niet te veel bewegen, zodat de diertjes niet schrikken. Rondom het vrouwtje zwemt een groepje hitsige mannetjes, waarvan ze er een uit kiest. Ze duiken samen het koraal in en komen een paar seconden later terug naar boven voor een bijzondere beweging. Namelijk, het paar schiet in een keer omhoog in een soort spiraal achtige beweging waarin ze tegenelkaar en om elkaar heen cirkelen. Het is lastig uit te leggen, maar in ieder geval heel mooi om te zien. Daarna duikt ze weer naar beneden en kiest ze een ander mannetje uit, de charmeur. Toen ik het spektakel over skype aan mijn vader vertelde, noemde hij het beestje dan ook heel gepast een ‘soa vis’. Schoon visje of niet, het was zeker de moeite waard om te bekijken! Verder zagen we ook een aantal hermit crabs (die je ’s avonds overigens zelfs op de heuvels en rotsen kunt vinden!), een blunt decorater crab, een aantal grote zwarte zeepaarden, en de bobtail squid – een van ’s wereldse kleinste inktvisjes, kleiner dan een centimeter en nog giftig ook! De volgende dag was Chocolate Island de duikbestemming. Hier deed ik mijn laatste Adventure Dive, namelijk de verplichte Underwater Navigator waarin je een aantal oefeningen met kompas doet onderwater. Het eind van de week was inmiddels alweer aangebroken en velen van ons zouden de volgende dag vertrekken. Dat, en omdat ik mijn PADI Advanced in de pocket had, gaf weer alle reden voor een heerlijk etentje op het strand en een onvergetelijke avond!

Door het perfecte weer van de volgende dag, besloten we onze reis nog eventjes uit te stellen en pas de laatste boot terug te nemen. Zo konden we in ieder geval nog een heerlijk middagje snorkelen en zonnen, voordat mijn reisbuddy Will en ik weer terugkeerde richting Cebu. Beiden hadden we toevallig een vlucht gepland staan voor twee dagen na aankomst in Cebu, dus het plan was om twee nachten in Cebu door te brengen en de volgende dag als dagtrip op en neer naar Oslob te gaan om met walvishaaien te duiken, iets waar we erg naar uitkeken. Helaas gooide het restaurant van die avond behoorlijk wat roet in het eten, en werden we de volgende ochtend beiden wakker met voedselvergiftiging. Dat werd dus een dag op bed. Voedselvergiftiging is op zich zelf al niet zo fijn, maar wanneer twee mensen in dezelfde hotelkamer het hebben is het helemaal een hel! Kortom, ons tripje naar Cebu was helaas niets anders dan een race om de wc.

De volgende dag namen we afscheid en vloog ik via Manila naar Puerto Princesa, op het eiland Palawan. Het vliegtuig kwam eind van de middag aan, wat nog net genoeg tijd over liet om even het lokale museum te bezoeken. Het Palawan Museum is op zich niet heel bijzonder, maar bevat een aantal mooie artefacten en interessante verhalen over de etnische groepen op het eiland. Na een hapje en een drankje bezochten we nog de Immaculate Conception Cathedral – een blauwgekleurde kathedraal die wat weg heeft van een middeleeuwse schuur – en liepen we een rondje over de boulevard. Puerto Princesa (lokaal PP genoemd) is voor de meeste een doorreisstadje: in de omgeving zijn een aantal interessante dingen te zien, maar het plaatsje heeft zelf eigenlijk weinig te bieden. Gelukkig was ik hierop berekend en bleef ik slechts een nachtje, zodat ik de volgende ochtend gelijk door kon.

De volgende bestemming was namelijk Sabang (alweer? Populaire plaatsnaam…), bekend om haar ondergrondse rivier. Om deze te bezoeken moet je echter wel eerst een permit regelen, wat je kunt in het City Coliseum in PP (maar als je er voor kiest om met een touroperator te gaan wordt het voor je geregeld). Het duurde echter ietsje langer dan gedacht (Filipino time…), waardoor ik net mijn bus miste. Maar gelukkig kon ik na 2 uur wachten de stoffige, warme parkeerplaats alweer verlaten. Per minivan reden we in een uur of 2 naar Sabang toe, waar ik snel even wat lunchte en op zoek ging naar accommodatie. En wat vond ik toch iets geweldigs: mijn eigen boomhut in de jungle! Eenmaal de backpack gedumpt te hebben ging ik snel door naar de terminal voor nog wat stempels op mijn permit en kon ik eindelijk in de bangka stappen. Op naar het St. Paul’s Subterranean River National Park! In ongeveer een half uur voeren we naar een schiereiland, gevolgd door een kleine wandeling door de jungle. Je komt uit op een idyllisch mooi plekje, waar een zoetwater meertje is omringd door dramatisch steile Karst kliffen, het turquoise-groene water bijna op lijkt te lichten, een gehavende grotingang haar mond opent, die omringd is door een gordijn van lianen. Betoverend gewoon.

Per houten roeiboot treed je de grot binnen. Het gaat om een 8 kilometer lange ondergrondse rivier, waarbinnen zich allerlei bijzondere rotsformaties bevinden. Het is niet zomaar een rivier, maar het grottennetwerk is in 2011 benoemd tot wereldwonder in de ‘New7Wonders of Nature’. Daarnaast wordt de grot bevolkt door een immens grote kolonie vleermuizen, honderdduizenden beestjes hangen piepend boven je hoofd en tientallen vliegen om je oren. Onwijs leuke beestjes om te zien, maar ze zijn wel goed te ruiken. Er hangt een mysterieus sfeertje in de grot en ik ben blij dat hij niet verlicht was, maar dat je zelf rond vaart met een grote zaklamp. Over het commentaar van de gids ben ik echter wel wat kritischer; het kwam tot een punt waarbij ik me afvroeg of hij zelf in godsnaam wel wist waar hij het over had. Ik was zelf wel benieuwd naar wat feitjes over de metershoge stalagmieten en de ‘kathedralen’ van een meter of zestig, of wat meer informatie over de soorten steen en mineralen. Deze man kwam echter niet veel verder dan ‘we zijn nu aangekomen op de groente markt, kijk een krop sla!’, ‘zie hier de kerk en het Mariabeeld’, ‘dit lijkt op een dinosauruskop’, ‘dit lijkt op een dolfijn’, ‘dit lijkt op een penis’. Hi ha ho. Ach, de man had in ieder geval een fantasierijke gedachtegang, dat moet ik hem toegeven.

Bij terugkomst maakte ik nog een lange wandeling langs het keienstrand, liep ik door een paar dorpjes heen, vond ik verassend genoeg een verlaten Chinees-Boeddhistische tempel, en genoot ik van een pracht zonsondergang. Doordat de meeste mensen de rivier bezoeken als dagtrip vanuit PP, is na de namiddag merendeel van de toeristen verdwenen, wat het mooie plaatsje perfect maakt. Je bent er weer even lekker in de natuur en onder de locals. De elektriciteit valt in de hele omgeving uit rond 10 uur ’s avonds, en zonder die lichtvervuiling kon ik genieten van een van de mooiste blikken op de sterrenhemel ooit. De maan was afwezig en de nacht was zo helder, dat het zelfs toeliet om de planeten te kunnen onderscheiden van de sterren. De hele omgeving van Sabang gaf me een thuisgevoel en deed mij denken aan mijn tijd als vrijwilliger bij SAELAO, in Laos. De dramatische backdrop van het Karst gebergte, de hut die niet volledig gesloten was en waardoor het voelt alsof je buiten slaapt, de krekels die zich op je klamboe nestelen, de geur van het vochtige bamboehout, die gekko in de hoek van de kamer…

Ik droomde al voordat ik sliep.




--------
Inmiddels ben ik aangekomen bij mijn laatste weekje in de Filipijnen, wat een paar dagen island hopping en verassend genoeg heel veel duiken omvatte! Maar omdat mijn gedachtengang bij het schrijven van dit verslag weer ietswat op hol sloeg, houd ik jullie nog even in afwachting!
Waar ik jullie wel blij mee kan maken (hopelijk), is een update van mijn fotoblog. Houd hem in de gaten, want ik ben druk bezig om ook de foto’s van mijn andere reizen bij te werken! Check it out & stay tuned! http://struckbywanderlustx.blogspot.nl

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Filipijnen, Malapascua Island

Sanne

Http://struckbywanderlust.blogspot.com

Actief sinds 08 Juni 2011
Verslag gelezen: 13029
Totaal aantal bezoekers 38594

Voorgaande reizen:

23 December 2014 - 22 Januari 2015

Filipijnen

27 Oktober 2013 - 16 Juni 2014

Tussenjaar in Oceanië en Azië

27 Juni 2012 - 18 Juli 2012

Peru

27 Juli 2011 - 20 Augustus 2011

Uitwisseling Taiwan

01 November 1996 - 30 November -0001

Andere Reizen

Landen bezocht: