Gulle mensen, gretige aapjes - Reisverslag uit Chiang Mai, Thailand van Sanne Huijsman - WaarBenJij.nu Gulle mensen, gretige aapjes - Reisverslag uit Chiang Mai, Thailand van Sanne Huijsman - WaarBenJij.nu

Gulle mensen, gretige aapjes

Door: Sanne Huijsman

Blijf op de hoogte en volg Sanne

09 Februari 2014 | Thailand, Chiang Mai

Na een 37 uur durende reis van drie busritten, een nacht overbruggen op een vliegveld waar alles gesloten is en twee vluchten was ik daar dan: Bangkok! Het eerste wat mij opviel toen ik met de taxi over de drukke snelwegen reed is dat de zon op klaarlichte dag oranje gloeide, zo dik is die vieze, bruine smoglaag dus! Na mij in m'n 22 man tellende slaapzaal geïnstalleerd te hebben ging ik mijn neus achterna bij de honderden streetfood stalletjes en verbaasde ik mij vooral over de prijzen. Voor zo'n €0,70 heb je al een goed geprepareerde avondmaaltijd binnen, dus stortte ik mij op de toeristenklassieker: Pad Thai. Mijn hostel lag perfect vlakbij alle bezienswaardigheden en Khaosan Road, het voedsel en feestcentrum van Bangkok. Het is trouwens lekker warm in deze stad, mede door die laag uitlaatgassen. Ondanks dat ik in het droge seizoen reis, de koelste van de drie, was het toch nog een goeie 35 °C.

De volgende ochtend ontmoette ik Fiore uit Argentinië, inmiddels een goeie vriendin met wie ik mijn hele Thailandreis heb doorgebracht. Samen gingen we op pad om de must see's van Bangkok te bezichtigen. Bangkok is alles wat ik niet verwacht had, "blijf vooral niet te lang in Bangkok" was volledig onterecht, want na een paar dagen was ik dol op deze stad en ik kom er graag nog een keer terug. De stad is absoluut niet zo smerig als men zegt, oké af en toe kom je een rat tegen of een lading zwerfhonden, maar er ligt verder nauwelijks rotzooi op straat. Het enige probleem is denk ik de hoeveelheid uitlaatgassen, je voeten zien goed zwart aan het eind van de dag. De drukte viel mij ook reuze mee en de mensen zijn er vrolijk. Er zijn een hoop verkopers die op je afstappen en de tuktuk bestuurder probeert je regelmatig mee te krijgen naar een "pingpong show", maar de Thai blijft altijd vriendelijk. Als eerst zijn we naar het Grand Palace geweest waar ook de mooie tempel Wat Phra Kaew te bewonderen is, bekend om haar Emerald Buddha. Thaise tempels zijn altijd erg mooi gedecoreerd met veel (blad)goud en verschillende kleuren glas. Ook de muren binnen en buiten het paleis bevatten gedetailleerde schilderingen van gebeurtenissen uit de geschiedenis of vertellingen over Boeddha. Daarna gingen we door naar Wat Pho, beroemd om de grote liggende Boeddha van goud. Dit 46 meter lange kunstwerk beeldt het moment uit dat Boeddha naar Nirvana gaat, ofwel het moment waarop men vrij is van al zijn lasten, een soort hemel.

Voor slechts drie Baht (€0,06) kun je de rivier oversteken om daar Wat Arun te bezoeken. Een oude tempel met hoge, steile trappen, maar met een pracht uitzicht over de skyline van Bangkok. Daar werden we ook geconfronteerd met onze eerste Thaise WC. Men gebruikt hier geen toiletpapier, maar spuit zich schoon met een soort kleine douchekop. Hoe de Thai in staat is hier ook weer volledig droog uit te komen is mij nog steeds een raadsel, maar oefening baart kunst. Die avond gingen wij los bij de kraampjes met insecten in Khaosan Road. Nadat Fiore erop stond dat ik een gefrituurde schorpioen probeerde, besloten we ons ook maar te storten op de larves en bamboewormen. Verrassend genoeg smaken die laatste twee naar pinda's en popcorn, maar de schorpioen was eerder hard en smakeloos. De straat staat ook vol met nightmarket kraampjes, dus onder het genot van een cocktailtje en wat live muziek hebben we weer heerlijk geshopt.

De dag erna werd mijn reisschema een beetje omgegooid door mijn visa aanvraag bij de Chinese Ambassade. De express service bleek ineens niet te kunnen, dus moest ik zes dagen later opnieuw in Bangkok zijn. Niet ingecalculeerd, maar verder geen probleem. Bovendien heb ik uiteindelijk in plaats van het standaard 30 dagen geldige touristenvisum in één keer 90 dagen gekregen, dus dat bespaart me een hoop geregel voor verlenging straks in China. Na het ambassadebezoek ging ik door naar het Jim Thompson House. Thompson was een Amerikaanse zakenman die in de vroege 20e eeuw naar Thailand is verhuisd. Hij was tevens ook een architect, zijde importeur en kunstverzamelaar. Mede om die laatste twee redenen staat zijn huis hoog op het to-do lijstje in het toerisme en terecht, het complex in Thais Westerse stijl staat vol met honderden jaren oude kunstwerken en gebruiksvoorwerpen. In de tuin kun je fabricageproces van worm tot sjaal zien, een precies werkje. De cocon van de zijdeworm wordt eerst geweekt in kokend water. Omdat de draadjes te dun en breekbaar zijn, worden er sliertjes van tien stuks gemaakt, een tijdrovend karweitje, het duurt zo'n 40 uur om een halve kilo zijden draad te produceren. Eenmaal terug in het centrum genoten Fiore en ik van onze eerste Thaise voetmassage en een gezellig avondje stappen in Khaosan.

Hierna ging ik op een dagtripje naar het oude Ayutthaya, de hoofdstad van het vroegere, rijke koningrijk Siam. Nog voor we daar aankwamen waren de Maleisische Scott en ik al verbijsterd, anderhalf uur met de trein kostte ons omgerekend maar veertig eurocent. Samen 'huurden' we een tuktuk met chauffeur die ons de rest van de dag van tempel naar tempel bracht. Het is lastig om de soorten tempels te beschrijven, maar het zijn met name lange, slanke gebouwen. Ook zie je veel stupa's, een bouwwerk in de vorm van een soort klokkentoren of bel. Dus zo bezochten we de indrukwekkende Wat Chaiwatthanaram, Ayutthaya Historical Park, Wat Ratchaburana en het Grand Palace. Vooral de tweede Wat (betekent tempel) was erg mooi, met een drietal van hoge, witte constructie terwijl de eerste tempel met name uit baksteen bestond. Hier vond je echter het beroemde plaatje van het afgebroken hoofd van een Boeddhabeeld, wat vergroeid is met de wortels van een boom. Het bijzondere van dit park is dat de paden tussen de ruïnes nooit zijn opgeruimd, waardoor de scherven van kapotte muren en beelden nog overal verspreid liggen. Je krijgt zo echt het gevoel dat de Siamese-Burmese oorlog die dit verval heeft veroorzaakt gisteren gebeurd is.

Doordat ik zes dagen op mijn visa moest wachten en het door de protesten wat rumoerig was in Bangkok besloot ik lekker van de zon te genieten in Koh Chang, een eiland zo'n vijf uur onder de hoofdstad. Het lijkt wel paradijs, met witte stranden, hoge palmbomen en makaken aapjes die absoluut niet verlegen zijn en zelfs je handdoek proberen te stelen. Ik verbleef in een simpel guesthouse. Met simpel bedoel ik: koude tuinslang douche, de wc doortrekken met een emmer en een matras van twee centimeter dik. Even wennen, maar meer heb je eigenlijk ook niet nodig, bovendien is een koude douche best lekker in die hitte. De wc werd bewoond door twee kikkers en in mijn ventilator had zich een gekko geïnstalleerd, dus het was een gezellige boel. Mijn dagen bracht ik lekker relaxed door in Lonely Beach, het backpackersgedeelte van het eiland. Dus we hebben weer de nodige zon en feestuurtjes gehad, dat laatste daar zijn de Thai wel goed in. Bovendien staat het eiland vol met leuke houten barretjes en restaurantjes aan zee, dus zo'n lekker goedkoop cocktailtje bij zonsondergang, daar zeggen we geen nee tegen!

Met mijn Spaanse vrienden kwamen we zomersbruin aan terug in Bangkok, waarna ik mijn Chinese visum ophaalde en door ging naar Sukhothai. Ondanks dat het 13 januari was, het begin van het grote protest "Bangkok Shutdown", heb ik er vrij weinig van gemerkt, maar op dat moment verliep alles nog vrij vreedzaam. Waar het op neer komt is dat de actievoerders willen dat de huidige minister aftreed, omdat zij corrupt zou zijn en zich laat beïnvloeden door haar broer, voormalig president, inmiddels in ballingschap. In een ijskoude nachttrein en bus reed ik via Phitsanulok naar Shukothai, nee de airco stond niet aan, maar blijkbaar is het in noord Thailand 's nachts hartstikke koud! Daar was ik en menig toerist niet op berekend, maar volgens de bevolking zijn deze temperaturen erg ongewoon, het is zelfs de koudste winter in 25 jaar. Dat geeft ons echter wel wat te denken over klimaatveranderingen, want als zelfs de Thai dit ongekend vindt...

Sukhothai staat bekend om haar ruïnes, die nog in redelijk goede staat verkeren. Deze stad was de voormalige hoofdstad van het Sukhothai Koningrijk in de 13e en 14e eeuw. Het grote gebied staat vol met oude tempels, boeddhabeelden en stupa's, omringd door torenhoge palmbomen en vijvers gevuld met schildpadden en lelies. De mooiste tempels om te bezoeken vond ik Wat Mahathat, Wat Sa Si en Wat Si Sawai.

Hierna was het tijd voor Chiang Mai, misschien op Bangkok na de meest toeristische stad. Het is een plaats vol leven, leuke mensen en er is vanalles te doen! Zo bleef ik er uiteindelijk zes dagen, in plaats van de drie die ik voor ogen had. Maarja, wat wil je ook als je in een onwijs leuk hostel zit (Deejai Backpackers, aanrader!) met een geweldige groep vrienden uit alle hoekjes van de aardbol. Bovendien was ik weer herenigd met mijn travelbuddy Fiore en kwam ik nog wat andere bekenden tegen. Dus gingen we gezellig met zn allen uit eten en genoot ik met de meiden van een fish massage - die visjes die dode huidschilfers van je voeten eten. Het was ook wel nodig, want na een reguliere dag in Thailand zien je voeten pikzwart van al het stof en de rotzooi op straat. Het leuke van een tijdje in hetzelfde hostel blijven is dat je binnen de kortste keren iedereen in de lounge kent, erg gezellig dus! Het fijne aan dit hostel was dat het ook nog een zwembad en een bar met boomhut en livemuziek had, dus waar we elke avond te vinden waren lijkt me vrij duidelijk.

Met de Duitse Nikola heb ik het culturele gedeelte van de stad verkend. Dat wil zeggen, een hoop tempels en dergelijke bezocht. Op den duur raak je wel een beetje uit getempeld om eerlijk te zijn, maar ondanks dat blijven het indrukwekkende bouwwerken en het zicht van een groepje biddende monniken wordt ook niet minder speciaal. Men heeft veel respect voor monniken en zo is het bijvoorbeeld verboden voor vrouwen om een monnik aan te raken of hem direct iets te overhandigen, maar een praatje maken is geen probleem, dat vinden ze hartstikke leuk zelfs. In de avond ging ik met mijn roommates naar de Red Chili Cooking School, voor een stoomcursus in de Thaise cuisine. Het was een erg leuke ervaring! Eerst brachten we een bezoekje aan de lokale markt, waar we uitleg kregen over de Aziatische soorten groenten en fruit en wat boodschapjes deden voordat we naar de kookschool reden. Op deze gezellige avond met een hoop gedans, gelach en Chang biertjes maakten we onder leiding van onze hilarische host een pittige Tom Yum soep met garnalen, de toeristische trekpleister: Pad Thai, een rode curry met kip en een stir fry (ja, inclusief de grote wokvlam en een Thais punthoedje) met kip en cashewnoten. Ons buikje was weer tevreden gesteld.

De volgende ochtend werd ik vroeg opgehaald voor de Tribal Tour. Maar voordat we aan de volksbezoeken begonnen bezochten we eerst een orchideeën- en vlindertuin, klein beetje suf, maar het zat er bij inbegrepen. Kleurrijke blommetjes waren het, maar daar is dan ook wel alles mee gezegd. Vervolgens gingen we wat dieper de bergen in om een tempel te bezoeken die in een grot verscholen zat, een bijzondere plaats met een mooie akoestiek voor de gebeden. Hierna zetten wij onze reis door naar de bergvolkeren, waarbij ik wat moeite had om de ingewikkelde Thaise namen te onthouden, dus hier zullen jullie even zonder moeten doen.

Dat dit deel van Azië arm is wisten we wel, maar elke keer als je er mee geconfronteerd wordt blijft het schokkend. De mensen leven in kleine riete hutten tussen het stof. De bouwwerkjes staan op hoge palen voor het regenseizoen, wanneer een flinke laag water en modder alles op zijn pad verwoest. In het algemeen heeft iedereen een klein moestuintje, wat varkens of wat kippen en wat onuitgenodigd bezoek van zwerfhonden en -katten. Hele dagen door worden er vuurtjes binnen en buiten het huis gestoken om de muggen weg te jagen. Ons werd verteld over het project van de koning. Sinds opiumteelt -de voormalige inkomstenbron van veel boeren- verboden is in een groot deel van Azië heeft de bevolking in bepaalde gebieden het er maar wat moeilijk mee om genoeg te verdienen.. Om in ieder geval zijn volk te steunen heeft de koning een plan opgesteld waarbij aan alle voormalige opiumdorpen koffieplanten worden gedoneerd, zodat men in ieder geval genoeg kan verdienen voor kost en inwoning.

Na nog twee gelijkwaardige dorpen te hebben bezocht raakte ik aan de praat met een lokaal, twaalfjarig meisje. Een pienter kind, wat tot mijn verassing aardig goed Engels sprak. Net zoals van alle andere bewoners werd van haar verwacht dat ze armbandjes en andere prulletjes verkocht aan de voorbijgaande toeristen. Het was midden op de dag, dus of het aan haar school ten koste gaat weet ik niet, maar het zou zonde zijn. Ik vond het maar bijzonder dat ze onder deze karige omstandigheden zo goed Engels heeft leren spreken en uiteindelijk hebben we een lange tijd gekletst. Toen ik terug werd geroepen naar de bus en afscheid moest nemen gaf ik haar wat Baht mee, ik hoefde geen armbandje of iets dergelijks maar ik wilde graag dat ze er iets voor zichzelf mee kocht, een speelgoedje of wat te snoepen, gewoon iets leuks. Het verbaasde me dat ze het geld weigerde te accepteren, tenzij ik ook iets van haar aannam. Jij geeft mij geld dus ik geef jou een armbandje, bedoelde ze, dus ik liet haar er een voor mij uitkiezen. Ik vond het maar bijzonder. Het meisje waardeerde het wel, maar accepteerde geen donatie. Niet omdat ze dat niet mag, maar omdat ze trots is op wat ze heeft en wat ze doet. Daar kunnen wij Nederlanders wel eens een voorbeeld aan nemen.

Ons laatste bezoek was aan de Karen stam, deze long-neck tribe staat bekend om de bronzen ringen die vrouwen al vanaf jongs af aan om hun nek dragen. Jaarlijks worden er meer ringen toegevoegd, waardoor de nek langzaam opgerekt wordt. Oorspronkelijk kwamen de stammen uit Myanmar en de reden van het oprekken verschilt per volk. De meest voorkomende reden is dat de ringen een statussymbool vormen en een lange nek als schoonheidsideaal wordt gezien. Dus hoe langer, hoe mooier. Theorie twee, echter, is precies het tegenovergestelde: de lange nekken zouden de vrouwen zo onaantrekkelijk moeten maken, om ontvoering of slavernij richting Myanmar te voorkomen. Ook hebben de vrouwen pikzwarte tanden, doordat ze een bepaald soort tabak roken wat hun tanden extreem doet verkleuren.

De laatste dagen in Chiang Mai brachten we lekker rekaxed door aan het zwembad, op de (nacht)markten en met lekker eten en leuke feestjes. Opnieuw werden we herennerd aan hoe respectvol men is naar de koning, toen we over de markt liepen en uit de speakers aan elke lantaarnpaal een aankondiging klonk. Nog geen drie seconden later stopte iedereen met zijn handelingen en bleef stokstil staan terwijl er door de hele stad muziek klonk. Het leek wel alsof iedereen massaal besloot een potje 'Annemaria koekoek' te spelen, een vreemd gezicht is het. Mijn laatste dag in Thailand bracht ik door, wachtend op de bus, die op z'n Oosters 'even' acht uur te laat kwam. Dus in de tussentijd genoot ik van een heerlijk Thaise massage. De vrouwen buigen je lichaam in de vreemdste posities, wat soms zelfs een beetje zeer doet en waarbij je je botten kan horen kraken, maar het gevoel na afloop is hemels, dus ik kon heerlijk slapen gaan in de bus, met Laos als bestemming!

Ik bedacht me dat ik tijdens deze reis al een hoop mensen heb ontmoet, met ieder hun eigen verhaal. Het is erg interessant om met mensen met een compleet andere achtergrond te praten. Thuis heeft iedereen wel ongeveer hetzelfde te vertellen: school, studie, werk. Hier raak je echter ineens goed bevriend met een ex-soldaat uit Afghanistan, die vanwegen een schot in zijn been zijn baan kwijt raakte. Of een meisje dat nauwelijks over straat kan lopen omdat kinderen (!) met pistolen haar van haar schoenen beroven. Laten we zeggen, het levert een hoop bijzondere gesprekken op en nieuwe perspectieven op bepaalde onderwerpen. Het is heerlijk hoe makkelijk je met een willekeurig persoon een gesprek aanknoopt, want één ding hebben we allen gemeen: de lust om de wereld te verkennen.

Thailand is het begin geweest van een groot avontuur. Want waar ik bij Nieuw-Zeeland met haar westerse cultuur wel enigszins een idee had van wat ik kon verwachten, was Thailand onbekend terrein. Als meisje alleen door Azië reizen, sommigen hadden er wat twijfels bij, maar dat bleek volkomen onterecht wat betreft Thailand. Het is zo eenvoudig om hier rond te reizen, het transport is goed geregeld en de mensen zijn ondanks hun gebrekkige Engels erg behulpzaam. Van de Thai (en waarschijnlijk alle andere Boeddhistische volkeren) hoef je niets te vrezen, zolang je je maar netjes gedraagt en je gezond verstand gebruikt zul je hier geen problemen tegenkomen denk ik. Bovendien gelooft men bij het Boeddhisme in Karma, ofwel: doe je iets slechts, dan keert dat terug naar jou en dito voor goede dingen. Hoedanook, Thailand is absoluut voor herhaling vatbaar en ik zal er vast en zeker nog een keer terug komen, maar eerst door naar Laos!

  • 09 Februari 2014 - 12:13

    Dieck:

    Leuk verhaal, wie weet kom je er nog eens terug. Op naar Laos, Dieck

  • 09 Februari 2014 - 22:25

    Linniepinnie:

    Aaah, je schrijft dit zo levendig op Sandy, nu wil ik ook in Thailand zijn, haha. het klinkt supah!

Tags: thailand

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Sanne

Http://struckbywanderlust.blogspot.com

Actief sinds 08 Juni 2011
Verslag gelezen: 465
Totaal aantal bezoekers 38760

Voorgaande reizen:

23 December 2014 - 22 Januari 2015

Filipijnen

27 Oktober 2013 - 16 Juni 2014

Tussenjaar in Oceanië en Azië

27 Juni 2012 - 18 Juli 2012

Peru

27 Juli 2011 - 20 Augustus 2011

Uitwisseling Taiwan

01 November 1996 - 30 November -0001

Andere Reizen

Landen bezocht: