Een vergeten verleden en een bruisend heden - Reisverslag uit Don Det Tok, Laos van Sanne Huijsman - WaarBenJij.nu Een vergeten verleden en een bruisend heden - Reisverslag uit Don Det Tok, Laos van Sanne Huijsman - WaarBenJij.nu

Een vergeten verleden en een bruisend heden

Door: Sanne Huijsman

Blijf op de hoogte en volg Sanne

10 Maart 2014 | Laos, Don Det Tok

Eind januari kwam ik rond middernacht aan in Nong Khai, de Thaise grensovergang met Laos. Na een lange tijd gewacht, een hoop formulieren ingevuld en wat dollars neer gelegd te hebben kwamen we via de Friendship bridge over de Mekong rivier de Laotiaanse hoofdstad Vientiane binnen. Die middag besloot ik om gelijk maar op een sightseeing tour door de stad te gaan, dus wandelde ik naar Wat Ong Teu Mahawihan, een gereconstrueerd Buddhistisch klooster uit de zestiende eeuw. Hierna liep ik langs Hor Kham, het paleis van de president. Ondanks dat de officiële titel van het land Lao PDR (People's Democratic Republic), besefte ik me dat ik me in een communistisch land bevind, met de rood gele vlag voor de gevel van ieder huis, de Lao People's Revolutionary Party als enige legale verkiesbare partij en een zeer beperkt assortiment aan producten bijvoorbeeld. Zo wordt er doorgaans slechts één merk bier verkocht, Beerlao, en kent het land geen McDonalds, Burger King of Subways, enz. Vaak vind je dus producten van slechts één merk, de rest mag simpelweg niet verkocht worden. De politieke situatie is dus een beetje dubieus, in principe ben je in Laos vrij om te doen en te laten wat je wilt, maar het kan gebeuren dat er ineens een avondklok wordt ingesteld. Of je nou een wet overtreedt of niet, als je bereidt bent wat dollars neer te leggen is ieder probleem gauw opgelost.

Vervolgens ging ik naar de in 1556 gebouwde tempel Haw Phra Kaew, waar na Chiang Mai tijdelijk de Emerald Buddha heeft gestaan voordat het beeld verplaatst werd naar Wat Phra Kaew in Bangkok, de plaats waar ik het object op mijn beurt heb mogen bezichtigen. Na nog een klooster (Wat Sisaket) vol vriendelijke monniken bezocht te hebben, stortte ik me met mijn Sudanese vriend Ahmed zoals gewoonlijk op de streetfood stalletjes. Het viel ons op dat ondanks dat de Lao Kip vergeleken met de Baht veel minder waard is, de prijzen omgerekend naar Euro's toch hoger liggen dan in Thailand, best gek. De reden is onduidelijk, maar het heeft er vast mee te maken dat bijna alles uit Thailand geïmporteerd wordt en Laos een gebrekkig wegennetwerk en al helemaal geen treinnetwerk kent.

Overdags is het lekker warm, een graad of 25 in Januari. 's Nachts daarentegen is het een stuk kouder en met zo'n 5 °C beleeft Laos een van de koudste winters sinds 25 jaar. Omdat ook de Laotiaan daar niet helemaal op berekend was wat betreft verwarming in de bussen (kent men hier niet, dus het is even koud als buiten) en de lakens in hostels, sliep ik regelmatig met een dikke trui aan. Ik kocht twee mooie sarongs die ik als dekens, badlaken of omslagdoek gebruik. De rest van mijn tijd in Vientiane bracht ik door met nog meer sightseeing. Zo ging ik naar Patuxai, een Laotiaanse versie van de Arc du Triomphe in Parijs. Laos is een lange tijd een kolonie van Frankrijk geweest, wat goed te zien is aan de hoeveelheid patisseries en baguettes die op straat verkocht worden, ook worden de namen van straten en gebouwen zowel in het Laotiaans als Frans weergeven. De Verenigde Staten had een grote hoeveelheid materiaal gedoneerd aan Vientiane om er een vliegveld van te bouwen, in plaats daarvan besloot de gemeente echter om er een monument voor de Fransen van te maken. Patuxai biedt een mooi uitzicht over de stad en wordt ook druk bezocht door monniken vanuit het hele land, dat wil zeggen, inclusief sigaret en iPhone, een beetje een vreemd gezicht. Met de tuktuk reed ik door Pha That Luang, ofwel "World's precious sacred stupa", volledig in goud. Vooral eind van de dag is het mooi, als de zon al het goud nog eens wat extra kleur geeft. De stupa is omringd door de tempels Wat That Luang Neua en Wat That Luang Thai, die omstreeks vijf uur in de middag een conversatie houden door om de beurt de drum en gong te laten klinken. 's Avonds is er in de stad een grote nachtmarkt en wordt de straat aan de Mekong rivier afgesloten, zodat mensen kunnen sporten, zo wordt er massaal aerobics en zumba beoefend bij ondergaande zon. De zonsondergang aan de rivier is prachtig, de zon kleurt dieprood en de rivier en lucht in verschillende tinten paars en roze.

De volgende dag bezocht ik het COPE center, een museum en goed doel als gevolg van de Vietnam oorlog, waar Laos zwaar onder geleden heeft, maar wat veelal vergeten wordt. Het was een heftig museum, waar ik geconfronteerd werd met wat schokkende feiten. Laos is het meest gebombardeerde land in de wereld geschiendenis, met zo'n 580.000 bombardementsmissies tijdens de oorlog, geeft dat een gemiddelde van een bombardement elke acht minuten, en dat negen jaar lang. In totaal zijn er zo'n 270 miljoen bommen losgelaten boven het land, waarvan er op dit moment nog ongever 80 miljoen ongeëxplodeerd in het land liggen en dus ieder moment nog kunnen ontploffen. De bommen liggen verspreid over het hele land, maar voornamelijk langs de grens met Vietnam en de nabije provincies. Al het ongeëxplodeerde materiaal (UXO) heeft tot gevolg gehad dat er de afgelopen dertig jaar maarliefst 20.000 doden zijn gevallen, dus na afloop van de oorlog, waarvan 40% kinderen. Er wordt vanalles aan gedaan om de bommen inactief te maken en groten stukken land worden volledig uitgekamd. Het is een van de prioriteiten van de overheid, maar desondanks dat vallen er op dit moment nog steeds zo'n honderd doden per jaar. Dat gebeurt voornamelijk door activiteiten als zoeken naar restmateriaal voor huishoudelijke doeleinden, landbouw, tijdens het koken of het maken van een (kamp)vuur of gewoon terwijl kinderen aan het spelen zijn. Zoals ik al zei, het is een aangrijpend museum. Het laat zien hoe Laos een echte oorlogsslachtoffer is, volledig onschuldig en zoveel onrecht aangedaan in een oorlog waar het land niet eens bij betrokken was. De reden dat Laos zo gebombardeerd is, is al helemaal belachelijk. Wanneer de Amerikaanse luchttroepen in Vietnam hun doelwit niet konden vinden, konden ze uit gevaar voor explosies niet landen met een volle cargo na hun terugvlucht, dus dan maar alles boven Laos los laten...

Na Vientiane nam ik de slaapbus, een bus met tweepersoons bedden inclusief dekens en kussens, richting Pakse. Een stad waar opzich niets te beleven is, maar wat het startpunt is om het Bolaven Plateau te verkennen. Samen met twee Duitse vrienden huurden we diezelfde ochtend nog scooters en gingen we op een tweedaagse roadtrip! De gehele dag reden we rond tussen de heuvels, jungle en koffieplantages en bezochten we de hilltribe in Tad Pha Souam, waar de vrouwen pikzwarte tanden hebben door het roken van een bepaald kruid. Ook vonden we er een verlaten waterval, waar we uiteraard een duik hebben genomen. Het Bolaven Plateau wordt in het algemeen niet zo heel druk bezocht door toeristen, dus overal waar we reden werd er naar ons gezwaaid door kinderen, "Falang, sabaidi!" ("Vreemdeling/buitenlander, hallo!"). Het woord Falang, komt van Falang se, ofwel Fransman en een verbastering van Français. Het was overigens wel goed uitkijken tijdens het rijden, doordat het droogseizoen is groeit er weinig gras, waardoor de koeien en geiten vrolijk in grote groepen de weg oversteken. We zijn gestopt bij een aantal koffie en pindaplantages, waar we wat cafeetjes bezochten. Uiteindelijk kwamen we tegen de avond aan in Tad Lao, waar we buiten overnachtten in een hangmat en in slaap vielen bij de geluiden van de jungle. Ik sliep opzich prima tot ik midden in nacht naar het toilet moest en wat spinnen over de vloer zag lopen. 1 spin, prima. 10 spinnen, vooruit. Toen kwam het moment dat er een soort bal op de vloer viel en de tegels gingen binnen een seconde van wit naar zwart door de honderden (!) spinnen die alle kanten uit krioelde. Dat ik daarna een poosje goed wakker in mijn hangmat lag begrijpen jullie wel, lijkt me.

De volgende ochtend bezochten we een grote waterval en toen we een stuk verder wandelden vonden we opnieuw een mooie zwemplek zonder toeristen, dus zwommen en speelden we een tijd met de lokale kinderen en werd mijn haar ingevlochten door twee meisjes, But en Dao. Vervolgens reden we door naar Pakxong, waar mijn twee koffie verslaafde vrienden opnieuw genoten van een kopje goed geprepareerde koffie. Na een mooie, maar stoffige, terugrit kwamen we 's avonds weer aan in Pakse, waarna we de volgende ochtend vertrokken richting Si Phan Don.

Si Phan Don is een eilanden groep in het zuidelijkste puntje van Laos. De eilanden liggen in de Mekong rivier en op de grens met Cambodja. Het zijn er zoveel dat het gebied beter bekend staat als 'fourthousand islands' en gingen we per long tail boat naar het eiland Don Det. Samen met Jessica deelde ik een bungalow met een perfect uitzicht over de rivier en voor zonsondergang. Ik had een gevalletje voedsel vergiftiging opgelopen, dus de eerste dag bracht ik vooral door in bed en de badkamer. Gelukkig knapte ik snel weer op en gingen we tuben als voorproefje op Vang Vieng. Met een boot werden we een paar kilometer verderop gebracht, sprongen we met de zwembanden in het water en dreven we op ons dooie gemakkie, lekker bruinbakkend terug naar het eiland. Dat de stroming op het laatst erg sterk is, hadden ze wel wat eerder kunnen vertellen, het was niet bepaald makkelijk om het water uit te komen, maar na ons aan wat struikgewassen vast gegrepen te hebben is het toch gelukt. 's Avonds huurde ik een fiets en reed ik over de hobbelweggetjes en tussen de rijstvelden door het eiland rond. De volgende ochtend ging ik met Reto, Jessica en nog zo'n dertig anderen op een grote kayaktocht in de Mekong. We voeren langs eilanden in alle soorten en maten (als je elk groepje grassprieten meetelt kom je wel aan die vierduizend), grazende waterbuffels en een aantal watervallen. Uiteraard hebben we ook weer lekker gezwommen. Na een stuk door een rustig, koel jungle gebied gedobberd te hebben kwamen we uit bij een aantal stroomversnellingen, waar hier en daar dan ook een kayak omsloeg. In de middag voeren we de grens over en waren we op cambodjaans grond gebied. Onze gids was ineens 'verdwenen' en vanaf de oever werden we aangestaard door een paar verrekijkers met geweren. Toen de reisleider weer terug was ging er het gerucht rond dat hij wat dollars op tafel had moeten leggen, maar verder geen problemen, dus zetten wij onze reis voort en kwamen we nog een groepje dolfijnen tegen. Vanaf Nakasan kayakten we met een prachtige zonsondergang en een gezellige sfeer terug naar Don Det.

De dag erna namen we afscheid en stapte ik op een lange busrit terug naar Vientiane, waar ik slechts een dagje bleef om een visumverlenging aan te vragen en mijn voeten te verwennen met een massage, maar grappig genoeg bleken Ahmed en een aantal anderen van de week ervoor ook opnieuw in het hostel te zijn, dus dat was weer gezellig. De volgende bestemming was Vang Vieng, tevens ook de locatie van mijn vrijwilligersproject. Ik kwam iets eerder aan in deze stad dan geplanned, maar het is op zijn tijd ook wel eens fijn om een langere tijd op één plek te zijn, dus verbleef ik er negen dagen.

Vang Vieng is niet anders te beschrijven dan als een feestoord. De stad is omringd door het prachtige karstgebergte, een scherpe, hoge bergketen die een groot deel van Zuid-Oost Azië in beslag neemt. Eigenlijk is het meer een dorp, het bestaat slechts uit een paar drukke straten, maar er is genoeg te doen, al is het meeste wel drankgerelateerd. Ik heb me er in ieder geval prima vermaakt! De eerste dag liepen we een beetje het gebied rond en kwam ik op straat een kooi tegen met een aap en haar baby. Nietvermoedend dat de gaten in het gaas ruim genoeg waren voor een apenhandje, stond ik de beestjes te bewonderen. Dat werd me niet in dank afgenomen, want mevrouw aap greep vrolijk mijn haar beet en gaf er een ruk aan. Alsof dat nog niet gek genoeg was, besloot ze de pluk haar ook maar op te eten. Toen bij mijn tweede bezoekje baby aap de inhoud van moeders achterste op zat te peuzelen, besloot ik dat apen niet mijn favoriete beesten zijn.

Die avond gingen we uit met een grote groep Australiërs en Canadezen, met wie ik een aantal dagen op heb getrokken. Met hun ging ik ook voor het eerst tuben, de trekpleister van Vang Vieng. Het tuben is wel wat veranderd in de loop der jaren, omdat het bezopen zwemmen zo uit de hand liep dat er doden vielen, in 2011 maarliefst meer dan 30 stuks! Om veiligheidsredenen is het aantal barren gelimiteerd, maar dat druk de pret niet, maargoed, omdat wat vrienden mij vroegen wat tubing nou precies inhoudt, hier een sfeerimpressie. Ergens tussen half elf en twaalf duik je met je vrienden en je gehuurde tubeband de tuktuk in, die je een paar kilometer verderop afzet bij bar 0. Hier wordt je al vrolijk ontvangen met een lading gratis shotjes, waarna je de rivier in springt en verder dobbert naar bar 1, nog geen 10 meter verderop. Ook in bar 1 staan genoeg gratis drankjes klaar. Meestal zijn de shotglaasjes gevuld met vieze, goedkope naar zeepsop en tandpasta smakende vodka of met Lao Lao, een typische Laotiaanse whiskey, die meestal zelf gebrouwd wordt. Verder kun je in bar 1 volleybal, beerfrisbee en beerpong spelen. Vervolgens spring je weer het water in en drijf je verder, omdat het droogseizoen is gaat het niet bepaald snel (drie keer langzamer dan in het regenseizoen), maar zo bak je wel lekker bruin natuurlijk. Bar 2 wordt in het algemeen wel het leukst gevonden. Er draait goede muziek, er is een met water besproeid basketbal veld, volleybal, jeux des boules, strandhutjes en ga zo maar door. Dat hier en bij bar 3 ook weer gratis drankjes zijn en hoe de rest van de middag verloopt hoef ik denk ik niet uit te leggen, maar uiteindelijk moet je nog aardig hard peddelen om voor zessen terug te zijn voor je borg, zo makkelijk vergeet je de tijd.

De volgende dag ging ik op en neer naar Vientiane om mijn visum op te halen en sloot ik hem af met weer een goed avondje stappen. Eigenlijk verliepen de meeste dagen hier vrijwel hetzelfde: tuben, blue lagoon en/of avondje de hort op. Met een andere Australische vriend huurden we twee fietsen om het gebied te verkennen, na een tijd dwars door de uitgedroogde rijstvelden te hebben gereden kwamen we uit bij een grot. Alle grotten in de regio zijn eigendom van de families, dus meestal betaal je 10,000 kip (€1,-) om binnen te komen. Wij kregen er deze keer zelfs twee guides bij, jochies van een jaar of acht, die ons naar twee grotten brachten. De eerste had van binnen een soort holle druipstenen, die wanneer je er op tikte allerlei verschillende klanken maakten. In de tweede grot konden we ook zwemmen. De dag erna was het tijd voor tubing deel twee, met een grote groep Nederlanders, leuk om weer eens je eigen taal te kunnen spreken. Hierna gingen we naar de Blue Lagoon, de aangegeven zeven kilometer was echter toch wat verder lopen dan gedacht, zeker als het bloedje heet is. Gelukkig is het onwijs felblauwe water van de lagoon lekker koel en er staat een grote boom met allerlei jumps en slingertouwen. Het is een gezellige plek en in tegenstelling tot het tuben toegankelijk voor alle leeftijden. Het zwemgebied ligt vlak naast mijn vrijwilligers project, waar ik later die week alvast een kijkje heb genomen, daarover meer in het volgende verslag.

Die avond stond mij een leuke verassing te wachten, toen ik in de lounge in mijn reisdagboek zat te schrijven en vanaf de straat ineens "Moppie!" (bijnaam) hoorde. Staan daar ineens mijn twee goeie vrienden uit Chiang Mai op de stoep, Rasmus en Kofi! Dat beloofde dus nog een paar ontzettend gezellige dagen vol feestjes, jungleparty, tuben en blue lagoon, een mooie afsluiter van deel één van mijn tijd in Vang Vieng.

Want zoals ik al aankondigde, de echte reden van mijn bezoek aan Vang Vieng was het vrijwilligersproject SAE LAO in Ban Nathong, waar ik jullie uitgebreid over zal vertellen in een volgend verslag, maar om alvast een voorproefje te geven: het was geweldig!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Sanne

Http://struckbywanderlust.blogspot.com

Actief sinds 08 Juni 2011
Verslag gelezen: 344
Totaal aantal bezoekers 38673

Voorgaande reizen:

23 December 2014 - 22 Januari 2015

Filipijnen

27 Oktober 2013 - 16 Juni 2014

Tussenjaar in Oceanië en Azië

27 Juni 2012 - 18 Juli 2012

Peru

27 Juli 2011 - 20 Augustus 2011

Uitwisseling Taiwan

01 November 1996 - 30 November -0001

Andere Reizen

Landen bezocht: